Stel: je voelt je rot, omdat je net ruzie hebt gehad met een collega op het werk. Kort daarna zie je een andere collega, maar zij zegt dat ze geen tijd heeft en loopt snel door. Wat denk je dan?
Stel: je voelt je blij omdat jij en je collega net complimenten hebben gekregen voor jullie werk. Kort daarna zie je een andere collega, maar die zegt dat die geen tijd heeft en loopt snel door. Wat denk je dan?
Vergelijk de gedachten en gevoelens die deze situaties bij je oproepen als je je goed in je vel voelt, versus als je wat minder stevig op je poten staat op dat moment.
Wat zouden we uit deze oefening kunnen leren?
- We hebben dus exact dezelfde objectieve situatie: de ander zegt geen tijd te hebben en loopt door. Maar onze momentane gemoedstoestand zorgt voor een andere interpretatie en andere reeks van gevoelens bij deze gelijkaardige situatie.
- Gedachten lijken geloofwaardig, maar eigenlijk worden ze bepaald door onze gemoedsgesteldheid op dat moment. Als we ons somber of depri voelen, dan lopen we het gevaar gevangen te raken in de negatievere gedachten die deze gemoedstoestand produceert.
- Bij onze kijk op de wereld, bepaalde situaties, anderen of onszelf kunnen we ons bewust zijn van het verschil tussen feiten en interpretaties.