Opdracht: overloop ’s avonds je activiteiten van de dag en bekijk of ze je energie gaven of je energie wegzogen. Hou de komende week een dagboek bij van alle activiteiten die je doet en noteer daarbij of ze je energie geven of nemen.
Ontdek jouw energiegevers en energievreters!
Bekijk nu elke activiteit van vandaag op je lijstje en evalueer welke je energie-gevers zijn en welke je energievreters.
Energiegevers kunnen dingen zijn die je prettig vind of activiteiten waar je goed in bent en een gevoel van eigenwaarde door krijgt. Soms zijn er ook activiteiten die je minder leuk vind en je energie voor moet opbrengen om je eraan te zetten, maar die je toch energie geven. Wandelen, daar kan ik soms tegen op zien, maar dat geeft me wel energie!
Energievreters kunnen ook dingen zijn die je graag doet. Misschien kijk je graag naar soaps, maar kijk ook eens of ze je oppeppen of net je energie leegzuigen. Het is niet omdat je dingen leuk vind, dat ze daarom je stemming op een positieve manier beïnvloeden.
Sta ook even stil bij welke gedachten, emoties of lichaamssensaties met je energie gaan lopen.
Op het einde van je week maak je de balans van je energiegevers en vreters.
Plan de volgende week zo in dat je je energiegevers en energievreters in balans brengt. En zie zelf welk effect dit heeft. Kijk eens of je je energiegevers in je leven meer ruimte kan geven en of je zo je stemming positief kan beïnvloeden. Dit is een heel eenvoudige oefening, maar als je het werkelijk uitprobeert, dan zal je de kracht ervan ondervinden!